Noten leren lezen – Toonsoort

Inhoud

Je kunt deze les als een video bekijken (hieronder), maar je kunt deze les onder de video ook gewoon lezen.
Voor de interactieve oefeningen die bij deze les horen, scroll helemaal naar beneden op deze pagina.

In de lessen “De muzieknoten op de G-sleutel” en “De muzieknoten op de F-sleutel” heb je geleerd hoe de ‘witte toets-noten’ in een notenbalk kunt opschrijven.

Hoe kun je ‘zwarte toets-noten’ (dus de noten met mollen en kruizen) in een notenbalk noteren?

Wat is een toonsoort? En wat zijn voortekens?

Je leert het allemaal in deze les.

Kruizen en mollen

Een noot met een kruis kan heel eenvoudig in een notenbalk worden opgeschreven door een kruis vlak voor de noot in de notenbalk weer te geven. Het midden van het kruis staat dan op dezelfde hoogte als de noot.

Dit is bijvoorbeeld een Fis (F#):

En dit is een Dis (D#):

En voor een noot met een mol schrijf je eenvoudigweg een molteken vlak voor de noot in de notenbalk.

Dit is een Ges (Gb):

En dit is een Es (Eb):

Het kruis- of molteken is alleen geldig in de maat waarin deze geplaatst is (en pas vanaf het moment dat deze gebruikt wordt). Na een maatstreep verliest het kruis- of molteken zijn geldigheid.

Zo zijn de noten in de eerste maat van het volgende voorbeeld:

Fis      G      A       Fis

Maar de noten in de tweede maat zijn gewoon weer:

F      G      A      F

Het kruisteken in de eerste maat is dus alleen geldig in die maat, niet meer in de volgende maat.

Maar stel nou dat ik in de eerste maat de noten:

Fis      G      A      F

had gewild? Hoe moet je dat dan opschrijven?

Daarvoor hebben we het herstellingsteken. Het herstellingsteken annuleert een eerder in de maat gebruikt kruis- of molteken.

Dus, wil je in de eerste maat de noten:

Fis      G      A      F,

dan kun je dat als volgt weergeven:

Dezelfde regels gelden ook wanneer je een molteken gebruikt:

  • Een molteken is geldig vanaf het moment dat het gebruikt wordt tot het einde van de maat.
  • Je kunt een molteken annuleren met het herstellingsteken.

Toonsoort

Kijk eens naar de volgende melodie (de eerste lijn van “Roodborstje tikt tegen het raam”), die in dit geval in F majeur wordt gespeeld:

Je ziet dat er één noot met een mol in voorkomt, de Bes (Bb). Dat is volkomen normaal, aangezien de F majeur toonladder precies één mol heeft, de Bes!

Je kunt dus verwachten dat de Bes in de rest van de melodie nog wel een aantal keer zal voorkomen, aangezien het nummer immers in F majeur staat.

En dat is inderdaad het geval. Kijk maar eens naar de volgende lijn in het stuk:

Als ik de hele melodie van “Roodborstje tikt tegen het raam” zou weergeven, dan zou je zien dat er nog veel meer Bes’en in voorkomen.

Zou het niet veel eenvoudiger zijn om in het begin van de notenbalk aan te kunnen geven dat elke B eigenlijk een Bes is? Dan hoeven we niet elke keer het molteken weer te geven.

Wel, dat is precies wat we normaal gesproken ook doen: we  schrijven het molteken op de plaats van de B-lijn in het begin van de notenbalk tussen de sleutel (G-sleutel of F-sleutel) en de maatsoort in.

Je kunt dus nu de muziek voor “Roodborstje tikt tegen het raam” als volgt opschrijven (de eerste 2 lijnen):

Het molteken dat tussen de sleutel en de maatsoort wordt geplaatst geldt dus voor het hele nummer!

Merk op dat niet alleen de B’s op de derde lijn van de notenbalk een Bes worden, maar alle B’s. De volgende noot is dus ook een Bes:

Kruis- en moltekens die tussen de sleutel en de maatsoort staan, geven aan in welke toonsoort een nummer staat.

In de bovenstaande voorbeelden (één molteken zodat een B een Bes wordt) is de toonsoort F majeur.

Maar pas op! Er is nog een andere toonsoort die ook alleen de Bes als zwarte toest-noot in de toonladder heeft.

Vergeet niet dat elke majeur toonladder zijn parallelle mineur heeft. Deze heeft dus dezelfde kruizen of mollen in de toonladder.

De parallelle mineur van F majeur is D mineur. De D mineur toonladder heeft ook alleen de Bes als zwarte toets-noot.

Een muziekstuk dat als volgt begint kan dus in de toonsoort F majeur of D mineur staan:

Voortekens

De kruizen of mollen die tussen de sleutel en de maatsoort worden geplaatst worden voortekens genoemd.

Elke toonsoort heeft dus zijn eigen voortekens.

Zo heeft muziek die in de toonsoort G majeur staat (en dus als zwarte toets-noot Fis bevat) het volgende voorteken:

Merk op dat hetzelfde voorteken ook voor de parallelle mineur van G majeur wordt gebruikt, dit is dus E mineur.

Opmerking: Een herstellingsteken kan ook een voorteken annuleren. Dit geldt dan alleen vanaf het moment dat het herstellingsteken gebruikt wordt tot het einde van de maat waarin het herstellingsteken voorkomt. Dit wordt in het volgende voorbeeld geïllustreerd:

Andere toonsoorten

In een kwintencirkel kun je heel mooi en overzichtelijk alle toonsoorten (majeur en mineur) met hun voortekens weergeven:

De volgende oefeningen zijn uitstekend om toonsoorten en voortekens onder de knie te krijgen.

Deze oefeningen zijn ook afsluitende oefeningen om noten te leren lezen. Je oefent hier dus niet alleen toonsoorten en voortekens, maar ook andere zaken die met muzieknoten lezen te maken hebben, dus bijvoorbeeld: G-sleutel en F-sleutel, ritme-oefeningen, rusten, … enzoverder.

Aanbevolen oefeningen

Facebook
Twitter
LinkedIn

Gerelateerd

Meld je aan voor gratis pianolessen

Meld je aan en ontvang dagelijks nieuwe pianolessen in je inbox (zonder enige verplichting).

Meld je aan voor gratis pianolessen

Meld je aan en ontvang dagelijks nieuwe pianolessen in je inbox (zonder enige verplichting).