Je kunt deze les als een video bekijken (hieronder), maar je kunt deze les onder de video ook gewoon lezen.
De muzieknoten op een notenbalk worden onderverdeeld in maten.
Hoeveel tellen gaan er in een maat? Dat hangt van de maatsoort af, zoals je in deze les zult ontdekken.
Hoeveel noten passen er in 1 maat?
Je hoort vaak muzikanten als volgt aftellen voordat ze beginnen te spelen: 1 – 2 – 3 – 4 !
Wat ze doen, is eigenlijk het aantal tellen in één maat aftellen, 4 dus.
Je zou zelfs gedurende het hele nummer “1 – 2 – 3 – 4 , 1- 2 – 3 – 4…” kunnen blijven doortellen (als tenminste de maatsoort niet verandert tijdens het nummer).
De meeste muziek bestaat uit 4 tellen per maat (maar dus niet alle muziek).
Een ander veel voorkomend aantal tellen in één maat is 3 tellen per maat. Een voorbeeld hiervan is een wals.
Deze 2 zijn de 2 meest voorkomende aantal tellen per maat, maar andere aantallen komen ook voor.
Maatsoort: vierkwartsmaat
Zoals ik al zei: de meeste muziek is geschreven in vierkwartsmaat.
In een nummer dat in vierkwartsmaat staat, zijn er 4 tellen in elke maat. Hopelijk herinner je je dat elke tel overeenkomt met een kwart noot (meestal, in ieder geval wel in vierkwartsmaat). In elke maat passen dus 4 kwart noten, vandaar dat de naam van deze maatsoort “vierkwartsmaat” is.
Om aan te geven dat een stuk in vierkwartsmaat is, schrijven we vlak na de sleutel (G sleutel of F sleutel) het volgende symbool:

Het symbool lijkt veel op de rekenkundige vier kwart ( 4⁄4 ), alleen wordt de breukstreep niet geschreven.
Je kunt het symbool als volgt ontleden: de onderste 4 (de kwart) geeft aan welke noot (de kwart noot) overeenkomt met een tel. De bovenste 4 geeft aan dat er 4 van zulke noten (4 kwart noten dus) in één maat zitten.
Aangezien de vierkwartsmaat zoveel voorkomt, wordt er vaak ook een ander symbool gebruikt:

Natuurlijk betekent “4 kwart noten per maat” niet dat er alleen maar kwart noten in de maat zitten. Het betekent dat de totale duur van alle nootwaarden in de maat precies 4 tellen is (en waarbij een tel een tijdsduur heeft die overeenkomt met een kwart noot).
Een maat kan bijvoorbeeld bestaan uit een hele noot, of uit 2 halve noten, of uit een halve noot en 2 kwart noten. Een maat kan bestaan uit 8 achtste noten, of uit 4 achtste noten en 2 kwart noten, enzoverder, zolang de totale tijdsduur maar 4 tellen is.
Voorbeeld
In het volgende voorbeeld zie je de eerste 2 maten van een liedje (roodborstje tikt tegen het raam) in vierkwartsmaat. Je ziet dat de maten worden gescheiden door verticale lijnen. Onder de notenbalk staat aangegeven met hoeveel tellen een noot (of een groepje noten) overeenkomt. Als je alle tellen in één maat bij elkaar optelt, dan kom je steeds op 4 tellen uit.
Kijk en luister naar het voorbeeld en probeer mee te tellen (dus: 1 – 2 – 3 – 4 , 1 – 2 – 3 – 4 …). Probeer daarbij te bepalen welke noten in de notenbalk precies op tel 1, tel 2, … enzoverder vallen.
De metronoom start met 4 tellen vooraf.

Als je het goed hebt gedaan zou je op het volgende moeten uitkomen:

Maatsoort: driekwartsmaat
In muziek in driekwartsmaat zijn er 3 kwart noten per maat. Elke kwart noot komt overeen met een tel.
Natuurlijk zijn ook hier weer combinaties van nootduren mogelijk die samen 3 tellen opleveren, zoals bijvoorbeeld: 6 achtste noten, of bijvoorbeeld 2 kwart noten en 2 achtste noten, enzoverder.
Het symbool dat na de sleutel in de notenbalk wordt geplaatst bij muziek in driekwartsmaat is als volgt:

Voorbeeld
Als voorbeeld volgen hier de eerste paar maten van het nummer “Amazing Grace”, dat een nummer in driekwartsmaat is.

Als je goed kijkt, zal je snel opvallen dat er iets vreemds aan de hand is: in de eerste maat staat er slechts één enkele kwart noot! In de andere maten klopt het aantal tellen wel: 3 per maat.
Dit gebeurt wel vaker aan het begin van muziek. De eerste maat is dan onvolledig (in dit geval bestaat de eerste maat uit alleen maar de laatste tel, tel 3, van een volledige maat). Dit wordt een ‘opmaat’ genoemd, of meer officieel: een ‘anacrouse’. Een opmaat kan ook uit een achtste noot of een ander aantal tellen bestaan.
Kijk en luister naar “Amazing Grace”, een nummer in driekwartsmaat. Normaal gesproken zou ik de metronoom tot 3 laten tellen voor een stuk in driekwartsmaat, maar in dit geval neem ik ook nog de 2 ontbrekende tellen van de opmaat mee, dus je hoort de metronoom tot 5 tellen: 1 – 2 – 3 , 1 – 2 … en dan begint op tel 3 de eerste noot G van “Amazing Grace”.
Probeer goed mee te tellen tijdens het luisteren (dus nu: 1 – 2 – 3 , 1 – 2 – 3 … enzoverder). Je kunt meteen beginnen te tellen als de metronoom begint.
Andere maatsoorten
Er zijn nog vele andere (soms zeer exotische) maatsoorten, zoals bijvoorbeeld 11 achtsten (11 achtste noten in één maat, waarbij een achtste noot één tel is). Ik ga het nu niet over die complexe maatsoorten hebben, maar laat me je in ieder geval nog 2 maatsoorten tonen die je toch ook wel af en toe tegenkomt.
Maatsoort: 6 achtste maat
In een 6 achtste maatsoort zijn er 6 achtste noten in één maat. Elke achtste noot is één tel, en daarvan zijn er 6 in één maat, dus in totaal 6 tellen per maat.
Een voorbeeld van een liedje in 6 achtste maat is “Norwegian Wood” van de Beatles. Hieronder volgt de eerste lijn van Norwegian Wood (in notenschrift en geluidsfragment):

Misschien vraag je je af wat het verschil is tussen een driekwartsmaat en een 6 achtste maat. Je kunt namelijk in een muziekstuk in driekwartsmaat ook 6 achtste noten hebben, die zijn opgeteld namelijk ook precies drie kwart noten.
Het verschil ligt hem in het feit welke noten meer de nadruk krijgen.
Als je een muziekstuk hebt in driekwartsmaat waar in een bepaalde maat 6 achtste noten voorkomen, dan zou je als volgt kunnen tellen: 1 – en – 2 – en – 3 – en . De nadruk zal dan liggen op tel 1, 2 en 3. Je hebt hier dus eigenlijk 3 groepjes van 2 noten en zou dit als volgt moeten tellen: 1 – en – 2 – en – 3 – en …
In een muziekstuk in 6 achtste maat zal je eerder zo tellen: 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 .
De nadruk ligt hier op de tellen 1 en 4. Je hebt hier dus eigenlijk 2 groepjes van 3 noten en zou dit als volgt moeten tellen: 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6…
Maatsoort: Vijfkwartsmaat
Eén van de meest bekende stukken in vijfkwartsmaat is “Take Five” van Dave Brubeck. Hoeveel tellen gaan er in één maat in een muziekstuk in vijfkwartsmaat? Nou, 5 natuurlijk: 5 kwart noten.
Hieronder kun je naar “Take Five” luisteren. Kijk of het je lukt om mee te tellen met de muziek (1 – 2 – 3 – 4 – 5 , 1 – 2 – 3 – 4 – 5 …). De nadruk ligt op de tellen 1 en 4, dus: 1 – 2 – 3 – 4 – 5 , 1 – 2 – 3 – 4 – 5 …: