Veel mensen
vinden muziektheorie saai, moeilijk en vooral onnodig, want:
het zou
de creativiteit alleen maar in de weg zitten
het
zou de spontaniteit tijdens het spelen wegnemen
het zou
alleen voor jazzmuzikanten en klassieke muzikanten zijn, ik speel
rock/blues/reggae/hip-hop enzoverder, dus ik heb helemaal geen muziektheorie
nodig
het
zou helemaal niet nodig zijn, er is software die alle muziektheorie voor mij
doet
En je hoort nog
wel meer argumenten…
Waarom vind ik
muziektheorie wel belangrijk?
Laat ik om daar
een antwoord op te geven de hierboven genoemde argumenten eens wat nader onder
de loep nemen.
het zou de creativiteit alleen maar in de weg zitten
Sommige muzikanten geloven dat ze door een soort ‘goddelijke interventie’
ideeën aangereikt krijgen en dat muziektheorie deze ‘magie’ alleen maar
wegneemt.
Ik denk dat het eerder omgekeerd is: door kennis van de muziektheorie kom
je eerder en makkelijker op goede ideeën. Je weet wat wel en wat juist niet
werkt in plaats van door ‘trial en error’ zomaar uitproberen.
het zou de spontaniteit tijdens het spelen wegnemen
Hiervoor gelden eigenlijk dezelfde argumenten als bij #1: door kennis van wat wel of niet werkt, kun je juist veel spontaner spelen en bovendien verklein je het risico dat je tijdens het spontane spelen ineens de fout in gaat.
het zou alleen voor jazzmuzikanten en klassieke muzikanten zijn, ik speel
rock/blues/reggae/hip-hop enzoverder, dus ik heb helemaal geen muziektheorie
nodig
In elke muziekstijl worden akkoorden en toonladders/toonsoorten gebruikt, niet alleen in klassieke muziek of in jazz.
In vrijwel alle soorten populaire muziek wordt bijvoorbeeld de
pentatonische toonladder gebruikt.
Zodra je een bepaalde muziekstijl begint te leren spelen, dan leer je
eigenlijk de muziektheorie die van toepassing is op die muziekstijl.
het zou helemaal niet nodig zijn, er is software die alle muziektheorie
voor mij doet
Er bestaan computerprogramma’s voor bijna alles…behalve voor creativiteit. Echte creativiteit, echte vernieuwingen ontstaan enkel en alleen in het menselijk brein, niet in een computerprogramma.
Nog meer
argumenten
Naast deze argumenten
is er nog veel meer te zeggen voor het hebben van kennis over muziektheorie als
je een instrument bespeelt.
Stel je voor, je speelt in een band en de bassist zegt tegen de saxofonist: we spelen in D mineur, en jij hebt geen idee wat daarmee bedoeld wordt, dan moet de hele band stoppen om jou uit te leggen welke noten je moet spelen en hoe je een D mineur akkoord moet spelen. Als jij dan eindelijk begrepen hebt hoe je dat allemaal moet doen, dan is elke spontaniteit en creativiteit van het moment wel ineens verdwenen als sneeuw voor de zon…
Muziektheorie
fungeert dan ook in bovenstaand voorbeeld als taal, het dient als
communicatiemiddel tussen muzikanten. Als jij die ‘taal’ niet beheerst, dan zul
je misschien wel wat noten kunnen voortbrengen en als je veel oefent ook wel
wat muziekstukken kunnen spelen, maar het zal allemaal niet zo heel erg efficiënt
verlopen.
Als je
muziektheorie kent, dan begrijp je de samenhang tussen alles in de muziek, je
begrijpt waarom je bijvoorbeeld eerder een F# in plaats van een F moet spelen,
je weet hoe je een akkoord moet vormen en waarom dat akkoord zo gevormd wordt.
En hoe zit dat
met notenschrift?
Kun je muziek maken
zonder noten te kunnen lezen?
Jazeker, dat kan!
Maar je zou een equivalent naar het alledaagse leven kunnen maken en bijvoorbeeld vragen: kun je leven zonder te kunnen lezen?
En ook daar zal
het antwoord zijn: jazeker, dat kan.
Maar stel je eens voor dat je niet zou kunnen lezen. In onze huidige maatschappij zou je dan een enorme handicap hebben. Ga eens na: je kunt geen opschriften lezen, in de supermarkt weet je niet wat een product kost, je kunt geen enkel boek lezen, de meeste informatie op internet gaat aan je neus voorbij, en zo kan ik nog wel eventjes doorgaan…
Hetzelfde geldt
voor het lezen van muziek. Als je een muzikant bent maar geen noten kunt lezen,
dan kun je misschien best wel aardig muziek maken, maar je kunt muziek van
anderen niet lezen. En je kunt jouw muziek niet opschrijven.
Wil je een nieuw
stuk leren spelen, dan moet je maar wachten totdat iemand je komt uitleggen hoe
dat moet, of je moet heel bedreven zijn in het op gehoor spelen. Maar zelfs als
je dat allemaal kunt, dan nog is het veel efficiënter als je het gewoon even
snel van bladmuziek had kunnen lezen.
Is muziektheorie
en notenschrift moeilijk om te leren?
Een veelgehoord
argument om maar niet aan muziektheorie en notenschrift te beginnen is dat het
toch allemaal veel te moeilijk zou zijn.
Wel, het hangt er
helemaal van af op welke manier dat allemaal uitgelegd wordt.
Als muziektheorie
op een goede en duidelijke wijze wordt uitgelegd en het in begrijpbare stukken
wordt opgedeeld, dan hoeft het absoluut niet moeilijk te zijn en kan iedereen
die het wil het gewoon leren.
En gelukkig is dat op PianoWebsite.nl allemaal aanwezig: een goede en duidelijke uitleg over muziektheorie en notenschrift voor beginners, uitgelegd door een zeer ervaren leraar met meer dan 25 jaar ervaring. De lessen zijn geheel gratis en kunnen gelezen worden, maar ook in video’s worden bekeken. Bovendien kun je op PianoWebsite.nl interactieve oefeningen doen waarmee je de muziektheorie en het notenschrift kunt oefenen.
Het gebeurt maar al te vaak dat als iemand op zijn eigen houtje zonder enige begeleiding of (online) pianolessen piano probeert te spelen, dat deze persoon een verkeerde houding en handpositie aanleert. En eenmaal aangeleerd, is het heel moeilijk om die verkeerde gewoonten weer af te leren.
Is dat erg?
Wel, als je
alleen maar van plan bent “Boer daar ligt een kip in ’t water” en eventueel nog
“de vlooienmars” te spelen, dan is dat inderdaad helemaal niet erg. Maar als je
plan is om iets verder te komen in het pianospelen en je wilt je favoriete
nummers en nog (veel) meer op een goede manier kunnen laten horen op de piano,
dan gaat dat honderd keer beter met een goede houding en handpositie dan als je
er alleen maar een rommeltje van maakt.
Als je net begint
met pianospelen is het dus heel belangrijk dat je meteen een goede houding
aanneemt achter de piano en dat je ook een goede handpositie hebt.
De correcte
lichaamshouding
Voor een correcte
lichaamshouding is het noodzakelijk op de goede hoogte achter de piano te
zitten.
Aangezien niet iedereen even groot is , is het een goed idee om een in hoogte verstelbaar pianokrukje te hebben.
De hoogte van het
krukje moet dan zodanig ingesteld worden dat als je pianospeelt, je armen
horizontaal of eventueel lichtjes naar beneden staan.
Je voeten moeten
daarbij plat op de grond staan (of eventueel op de pedalen/op een pedaal),
waarbij je knieën zich dan net onder het klavier bevinden.
Ga niet uitgezakt
zitten, maar zorg ervoor dat je je rug recht houdt.
En, heel belangrijk: zorg dat je je ontspant. Als je ontspannen achter de piano zit, speel je zo veel makkelijker! Dus: schouders niet omhoog, maar gewoon lekker laten ontspannen.
De correcte handpositie
Een correcte
handpositie is minstens zo belangrijk als een goede lichaamshouding.
Beginners hebben
nogal eens de neiging met (vrijwel) platte handen te spelen, en in het begin
kom je daar nog wel mee weg, maar als je later moeilijkere en snellere stukken
gaat spelen, dan gaat je verkeerde platte handpositie je echt in de weg zitten.
Het is dus belangrijk meteen vanaf het begin te letten op de juiste handpositie
(nogmaals: afleren is vaak moeilijker dan aanleren).
Zorg er dus voor
dat je vanaf het begin je hand bol houdt. Het is een beetje alsof je een
imaginair tennisballetje vasthoudt in elke hand tijdens het pianospelen.
Zorg er dus voor dat je vanaf het allereerste begin denkt om houding en handpositie, dan zul je veel sneller vorderen in je pianospel.
Er zijn pianisten
die ondanks veel en regelmatig oefenen maar heel langzaam vooruitgang boeken.
Er zijn echter ook pianisten die juist heel snel vooruitgang boeken, terwijl ze net zoveel of misschien zelfs minder oefenen.
Wat is het
verschil tussen beide soorten pianisten? Heeft de tweede groep pianisten
misschien meer talent voor pianospelen dan de pianisten uit de eerste groep, of
zit er misschien toch iets anders achter?
Natuurlijk,
talent zal zeker ook wel een rol spelen, maar er is iets dat nog veel meer van
invloed is op de mate van vooruitgang dan alleen talent.
Er zijn namelijk
pianisten met talent die nauwelijks vooruitgang boeken (ondanks veel oefenen),
maar er zijn ook pianisten met minder talent die wel snel vooruitkomen (en
evenveel oefenen). Hoe kan dat?
Het blijkt dat de
manier waarop je oefent van cruciaal belang is om snel en effectief goed te
leren pianospelen.
Hieronder vind je 6 tips die je zeker zullen helpen de effectiviteit van je oefensessies op de piano aanzienlijk te verhogen.
Tip nummer 1:
regelmaat
Natuurlijk is het
goed om veel te oefenen: iemand die een uur lang oefent zal meer vooruitkomen
dan iemand die 10 minuten oefent, dat is natuurlijk geen geheim.
Maar velen kunnen
het niet opbrengen om elke dag een uur te oefenen, of het nou door tijdsgebrek
of iets anders komt. En dat is helemaal niet zo erg.
Probleem is wel
dat veel mensen dan als ze eenmaal tijd hebben (bijvoorbeeld in het weekend)
dan ineens 2 uur achter elkaar spelen terwijl ze gedurende de hele week de piano
niet hebben aangeraakt.
Het blijkt namelijk
veel effectiever te zijn om elke dag (of eventueel om de dag) een korte tijd te
oefenen, bijvoorbeeld 15 minuten, dan 1 keer in de week 2 uur achter elkaar
(zelfs als 2 uur meer is dan 5 a 6 keer per week 15 minuten).
Regelmaat is hier
dus het sleutelwoord.
En het is
helemaal niet erg als je eens een keertje niet kunt. Sterker nog, af en toe een
pauze doet alleen maar goed.
En: minimaal 15
minuten per dag (of om de dag) is zo veel toch niet?
Tip nummer 2:
zorg voor een goede houding
Een goede houding
achter de piano en een goede handpositie zijn van ‘levensbelang’ voor succes op
de piano.
Een grote fout
die vaak gemaakt wordt is dat je het nummer meteen snel wilt kunnen spelen.
Bij sommige
passages uit dat nummer lukt dat dan nog wel (enigszins), maar bij die lastige
passage gaat het telkens mis: er sluipen dan elke keer weer één of meer foutjes
in.
Toch blijven
velen dan gewoon op het snelle tempo doorspelen, keer op keer, in de hoop dat
die foutjes door het maar heel vaak te spelen op een gegeven moment wel zullen
verdwijnen.
De enige
effectieve manier om snel van de fouten in die moeilijke passage af te komen is
het tempo te verlagen: speel het hele nummer in een (veel) lager tempo. En doe
dat met een metronoom, anders loop je het risico ongemerkt tijdens het spelen
het tempo te versnellen en dan kom je in die lastige passage terecht en ga je
alweer te snel om dat foutloos te spelen.
Ga daarbij zo
langzaam als nodig is om die passage foutloos te kunnen spelen. Lukt het je dan
nog steeds niet om foutloos te spelen, kijk dan eens bij tip nummer 6.
Lukt het je
uiteindelijk het hele nummer foutloos te kunnen spelen op dat langzame tempo,
voer dan langzaam het tempo op: zet de metronoom ietsje hoger (bijvoorbeeld 5 beats
per minute hoger) en kijk of je het hele nummer dan weer op dat hogere tempo
foutloos kunt spelen. Ga zo verder door in elke stap het tempo ietsje te
verhogen totdat je het hele nummer foutloos kunt spelen op het door jou
gewenste tempo.
Tip nummer 5:
deel het nummer op
Het beste is een
nieuw nummer dat je net begint te spelen in ‘hapklare brokken’ op te delen.
Probeer dus niet
meteen het hele nummer in één keer te spelen.
En hoe groot
moeten die ‘brokken’ dan zijn? Dat is moeilijk te zeggen, dat hangt namelijk van
het muziekstuk af. Maar neem bijvoorbeeld een muzikaal lijntje dat voor jou ‘behapbaar’
is, niet te lang, niet te kort.
Oefen goed dat
ene lijntje en als je dat kunt spelen, ga dan naar het tweede lijntje en oefen
dat goed.
Probeer
vervolgens die twee lijntjes aan elkaar te spelen.
Ga daarna naar
het derde lijntje en oefen dat en plak dan de eerste 3 lijntjes aan elkaar.
Enzoverder, totdat je het hele nummer kunt spelen.
Begin daarbij altijd langzaam (zie tip nummer 4) en let er daarbij ook goed op dat de overgangen van één lijntje naar het volgende goed en soepel verlopen. Zo niet, kijk dan naar tip nummer 6.
Tip nummer 6:
sta stil bij die moeilijke passage
Lukt het maar
steeds niet een moeilijk passage foutloos te spelen?
Licht die passage
er dan uit en oefen (langzaam in het begin, zoals altijd) alleen die passage.
Speel dus niet het hele nummer, maar alleen die passage en speel dat over en
over totdat je het foutloos kunt spelen.
En die passage, dat kan eventueel maar een heel klein stukje zijn, bijvoorbeeld de overgang van één noot naar de volgende. Oefen die overgang keer op keer totdat het je volledig eigen is geworden: het zit dan gewoon in je systeem gebakken. En dat betekent zowel in je geheugen, alsook in je ‘hand-geheugen’: je hand voelt dan eigenlijk aan hoe die passage (of die overgang van die ene noot naar de volgende) gespeeld moet worden.
Het komt er dus
eigenlijk op neer dat je een moeilijke passage ook weer kunt opdelen in nog
kleinere eenheden (zoals die overgang van één noot naar de volgende). Als je
vervolgens die kleine eenheden kunt spelen (met andere woorden: ze zitten in je
systeem gebakken), probeer ze dan aan elkaar te spelen.
Als je dan
uiteindelijk die lastige passage goed kunt spelen, kun je het tempo weer
opvoeren en uiteindelijk het hele nummer spelen.
Voordat je begint
met pianospelen, of het nou een oefensessie is of een optreden, is het goed om
-net zoals bij sporten- een ‘warming up’ te houden.
Nu is het wel zo dat als je een volledige beginner bent en eenvoudige oefeningetjes moet doen, deze warming up voor piano minder noodzakelijk is (eigenlijk zelfs niet noodzakelijk), maar als je al iets meer gevorderd bent en stukken moet inoefenen die veel noten bevatten en/of lastig zijn te spelen, dan is een warming up meestal wel een goed idee.
Ook als je een
concert moet spelen, is het goed voordat het concert begint eventjes de warming
up oefeningen door te nemen.
Hoe ziet zo’n warming up voor piano er uit?
Oefening 1
Strek je armen
voor je uit en laat je handen hangen. Schud nu -in deze positie- je handen uit
alsof je ze droog wilt schudden. Doe dit gedurende een tiental seconden.
Houd daarna -de armen
nog steeds gestrekt- beide handen omhoog en zwaai met beide handen alsof je
iemand uitbundig gedag zegt. De armen mogen goed meebewegen. Doe dit ook
gedurende een tiental seconden.
Oefening 2
Breng beide handen tezamen zoals in de eerste figuur.
Draai vervolgens je handen naar beneden totdat je niet verder meer kunt (tweede figuur), span enigszins aan en houdt dat enkele seconden aan. Draai je handen weer terug en zoveel verder als je kunt (derde figuur) en houd dat weer enkele seconden aan.
Doe de hele
oefening één of twee keer.
Oefening 3
Duw met je ene
hand de uitgestrekte vingers van je andere hand naar achteren en houd enkele
seconden aan (niet te hard, het moet geen pijn doen).
Doe dat
vervolgens ook bij je andere hand.
Je kunt dit ook
doen met alleen de duim (ook weer beide handen), maar eventueel ook met alle
andere vingers.
Schud hierna eventjes
beide handen uit.
Oefening 4
De enige oefening die echt op de piano plaatsvindt.
Speel één of meer
toonladders enkele keren met zowel je rechterhand alsook je linkerhand.
Ben je een beginnende of (meer) gevorderde pianist en wil je een nieuwe piano aanschaffen? Lees dan zeker verder, want in dit artikel geef ik je alle informatie die je nodig hebt om de juiste keuze te maken bij de aankoop van een nieuwe piano.
Voor diegenen die een keyboard/digitale piano zonder ingebouwde luidsprekers hebben (of willen aanschaffen), geef ik bovendien ook nog advies over studio monitoren (externe luidsprekers met versterking).
Akoestische piano of digitale piano?
De eerste vraag die zich aandient als je een nieuwe piano wilt kopen is: heb ik een akoestische piano of juist een digitale piano nodig?
En eerlijk gezegd: voor beide opties valt wat te zeggen. Het hangt namelijk helemaal van jouw eigen situatie af. Er zijn voor- en nadelen voor zowel akoestische piano’s als digitale piano’s. Ik zal dus deze voor- en nadelen hieronder gewoon weergeven, zodat je zelf een afweging kan maken wat voor jou het beste is:
Ga voor een
akoestische piano als:
Je genoeg
geld hebt om er een aan te schaffen.
Je genoeg
plaats hebt in huis (zeker als je een vleugel overweegt).
Het geen
overlast voor buren of huisgenoten oplevert.
Je geen
andere soorten geluiden nodig hebt dan alleen piano-geluid.
Je
deze niet nodig hebt voor optredens.
Een akoestische
piano is natuurlijk ook de optie die je verkiest als je voor het echte authentieke
piano-geluid wilt gaan en als je de echte piano-feeling onder je vingers wilt
hebben bij het bespelen van het klavier.
Er zijn echter genoeg redenen aan te voeren om eerder voor een digitale piano te gaan in plaats van een akoestische piano:
Een digitale piano is niet zo duur als een akoestische piano.
Je bent een beginnende pianospeler.
Je hebt geen plaats voor een akoestische piano.
Het is een heel gedoe (en bovendien duur) om je akoestische piano 2 keer per jaar te laten stemmen.
Je wilt met een koptelefoon kunnen spelen (om niet anderen te storen).
Je wilt meer soorten geluiden dan alleen maar piano-geluid.
Je wilt je digitale piano ook gebruiken voor optredens.
Je wilt je piano met de computer kunnen verbinden (bijvoorbeeld om liedjes te componeren met behulp van een digitaal audio workstation (DAW) op de computer).
Tegenwoordig is
het zo dat goede digitale piano’s piano-geluiden kunnen produceren die heel
dicht bij die van een echte piano komen. Bovendien kunnen deze met speciale
technieken je een gevoel geven alsof je op een echte piano speelt (zie
verderop).
Als geld het enige probleem is, zou je ook een
tweedehands akoestische piano kunnen overwegen, Houd er echter wel rekening mee
dat deze 2 keer per jaar gestemd moet worden, wat ook een vrij dure aangelegenheid
is (minimaal 100 € per jaar).
Als je een nieuwe
akoestische piano wilt kopen, dan kan je plaatselijke pianohandelaar je over het
algemeen goed adviseren.
Kies je echter voor een digitale piano, dan vind je in dit artikel alle informatie om een weloverwogen keuze te kunnen maken.
In de volgende tabel zet ik nog even alle voor-en nadelen van akoestische piano’s danwel digitale piano’s/keyboards op een rijtje:
Voordelen
Nadelen
Akoestische piano
– het heeft het enige echte pianogeluid – het heeft het enige echte pianogevoel
– duur – groot en zwaar – geen mogelijkheid om heel zacht te spelen (geen koptelefoon) – moet 1-2 keer per jaar gestemd worden
Digitale piano
– minder duur – makkelijk te transporteren – veel soorten geluiden (niet alleen maar pianogeluid) – hoeft niet te worden gestemd – je kunt op eld gewenst volume spelen – je kunt met een koptelefoon spelen – je kan het met een computer verbinden
– niet precies het echte pianogeluid zoals bij een akoestische piano – niet precies het echte pianogevoel zoals bij een akoestische piano
Hoe imiteren digitale piano’s/keyboards een echte piano?
In een
akoestische piano is elke toets via een hefboom-mechaniek verbonden met een
hamertje dat 1, 2 of 3 snaren aanslaat als de toets bespeeld wordt.
Dit
hefboom-mechaniek zorgt voor een natuurlijke weerstand bij het aanslaan van een
toets die zorgt voor het typerende ‘akoestische-piano-gevoel’.
Waar de betere digitale piano’s systemen hebben om dit ‘akoestische-piano-gevoel’ na te bootsen, hebben goedkope keyboards en de meeste synthesizers dit niet: je voelt dan totaal geen weerstand als je een toets bespeelt.
Betere digitale piano’s maken gebruik van zogenaamde “gewogen toetsen” om je een zo goed mogelijk piano-gevoel te geven.
Er zijn twee soorten gewogen digitale piano’s:
Digitale piano’s met semi-gewogen toetsen
Dit is de eenvoudigste en goedkoopste oplossing. In een digitale piano met semi-gewogen toetsen zorgt een veersysteem voor de weerstand tijdens het aanslaan van een toets.
Digitale piano’s met gewogen toetsen
In een digitale piano met gewogen toetsen zit een hamersysteem (net zoals bij een akoestische piano). Bij een digitale piano met gewogen toetsen biedt het aanslaan van de toetsen met een lage toon meer weerstand dan het aanslaan van hogere tonen, net zoals in een akoestische piano.
Het is -ook voor beginners- heel belangrijk om op een digitale piano met een zo echt mogelijk pianogevoel te spelen. Dit zou dus minimaal semi-gewogen moeten zijn, maar eigenlijk is het beter meteen met gewogen toetsen te beginnen.
Heel belangrijk is ook dat een digitale piano aanslaggevoelig is. Dat betekent dat als een toets hard wordt aangeslagen deze luider klinkt dan als dat deze zacht wordt aangeslagen. Verreweg de meeste digitale piano’s zijn aanslaggevoelig, behalve misschien de heel goedkope modellen (kinder-/speelgoed piano’s).
Een andere
eigenschap is ‘aftertouch’. Bij aftertouch kan de druk die je op een toets uitoefent
nadat deze is aangeslagen bepaalde parameters zoals vibrato, volume of iets
anders aansturen.
Het aantal toetsen
Een akoestische
piano beschikt over 88 toetsen.
Digitale piano’s
proberen over het algemeen hun akoestische equivalenten te imiteren, dus
beschikken de meeste ook over 88 toetsen. Maar andere soorten elektronische
keyboards hebben niet altijd 88 toetsen. Er zijn keyboards met 49 toetsen, 61
toetsen, 73 toetsen, 76 toetsen en natuurlijk ook met 88 toetsen.
Als je op een
elektronisch keyboard piano wilt (leren) spelen, dan raad ik een minimum van 73
toetsen aan, maar persoonlijk vind ik dat je eigenlijk beter voor een keyboard
met 88 toetsen kunt gaan. Behalve misschien als je veel optreedt, dan moet je
je keyboard vaak transporteren en dan kan het gewicht van een keyboard met 88
toetsen je in de weg zitten, dus in dat geval zou je voor 73 of 76 toetsen
kunnen kiezen.
Welke verschillende soorten elektronische piano’s/keyboards bestaan er?
Je kunt 4
categorieën elektronische keyboards onderscheiden:
Digitale
piano’s
Synthesizers
Workstations
MIDI-keyboards
Voor pianospelers
is eigenlijk alleen de eerste categorie (digitale piano’s) interessant. Ik bespreek
dus voornamelijk deze categorie en verschillende modellen die goed in aanmerking
komen om op piano te (leren) spelen. Aan het eind van dit artikel zal ik ook
nog kort ingaan op de 3 overige categorieën (synthesizers, workstations en
MIDI-keyboards).
Digitale piano’s
Zoals hierboven al gezegd, zijn digitale piano’s de meest voor de hand liggende optie voor pianospelers.
Digitale piano’s
bieden verschillende soorten pianogeluiden aan (vleugel, staande piano,
honky-tonk piano,…) alsmede orgelgeluiden, strijkers en (vintage) elektrische
piano’s (zoals bijvoorbeeld Fender Rhodes).
Vergeleken met
synthesizers hebben digitale piano’s misschien wel een kleiner aantal
verschillende geluiden, maar de kwaliteit van de geluiden is over het algemeen
wel beter. Bovendien beschikken vrijwel alle digitale piano’s wel over een vorm
van gewogen toetsen, terwijl dat bij synthesizers meestal niet zo is.
Je kunt twee soorten
digitale piano’s onderscheiden:
Console
piano’s
Stage
piano’s
Een console piano is een staande digitale piano die op een houten frame is gebouwd zodat deze op een echte staande piano lijkt. Meestal zijn pedalen geïntegreerd met de piano.
Het geluid wordt
door ingebouwde luidsprekers weergegeven, maar je kunt natuurlijk ook een koptelefoon
aansluiten (en de luidsprekers daarbij uitschakelen), zodat je zelfs nog midden
in de nacht kunt spelen zonder je buren te storen.
Je kunt ober het algemeen ook je digitale piano via een direct output verbinden met een externe versterker (als je bijvoorbeeld een optreden hebt waarbij het geluidsvolume van de ingebouwde luidsprekers niet voldoende is).
Je zou best
kunnen zeggen dat een console piano voor thuisgebruik een ideale keuze is.
Een stage
piano biedt over het algemeen dezelfde geluiden met dezelfde
geluidskwaliteit aan als een console piano, alleen heeft deze geen houten frame,
waardoor een stage piano veel geschikter is om mee op te treden. Een stage
piano moet daarvoor wel op een keyboardstandaard (of eventueel een tafel) gezet
worden.
Pedalen zijn niet met deze soort digitale piano geïntegreerd, maar deze kunnen wel op de piano worden aangesloten en worden ook meestal wel (maar niet altijd!) met de piano meegeleverd.
Sommige
stagepiano’s hebben ingebouwde luidsprekers, maar de betere modellen hebben dat
niet: die moeten met een externe versterker worden verbonden (of je kunt ook
een koptelefoon aansluiten). Voor thuisgebruik is het dan aan te raden studiomonitoren
aan te sluiten (meer hierover verderop in dit artikel).
Hieronder vind je
de beoordelingen van de digitale piano’s in de top-9. Deze zijn onderverdeeld
in 3 prijssegmenten:
Tot zo’n
600 €.
Van 600
€ tot ongeveer 1600 €.
Vanaf
1600 €.
Ben je een beginnende pianospeler, dan bevind je je zeer waarschijnlijk in de eerste categorie.
Als je al een
tijdje pianospeelt, maar je hebt nog steeds je eerste beginnerspiano en je
zoekt toch iets beters, dan vind je naar alle waarschijnlijkheid wel iets in de
tweede categorie.
Geavanceerde en
professionele pianospelers hebben het meest baat bij een digitale piano uit de
derde categorie.
Zoals al eerder
gezegd hebben sommige digitale piano’s (zeker die in de hoogste prijscategorie)
geen ingebouwde luidsprekers. Ik zal daarom na de bespreking van de top-9
digitale piano’s ook aanbevelingen doen voor studiomonitoren (studio
luidsprekers met ingebouwde versterker).
Top-9 digitale
piano’s/keyboards
Eerste prijssegment: tot ongeveer 600 €
Yamaha P45
De Yamaha P45 is een uitstekende digitale piano voor de beginnende pianospeler.
De piano heeft 10
geluiden: 2 vleugels, 2 elektronische piano’s, 2 orgels, strijkers, 2 klavecimbels
en een vibrafoon.
De P45 is via een
USB MIDI-aansluiting met een computer te verbinden.
De P45 is 64-stemmig polyfoon, wat betekent dat je 64 tonen tegelijkertijd kunt laten horen. Dat lijkt vreemd, omdat je maar met maximaal 10 vingers tegelijk je instrument kunt bespelen, maar als je je digitale piano via MIDI met een computer verbindt, dan kun je je piano zo wél verschillende instrumenten tegelijk laten spelen. Bovendien is het handig als je gebruik maakt van je sustain pedaal, want daarmee kom je al snel op veel meer tonen uit dan 10 tegelijk (zelfs met maar een soort pianogeluid).
De P45 heeft 88
gewogen toetsen, waarmee je een zwaardere aanslag voelt in de lage tonen en een
lichtere in de hogere tonen, zodat daarmee het echte pianogevoel goed geïmiteerd
wordt.
Met de dual mode
functie kun je 2 verschillende geluiden tegelijkertijd laten klinken, het is bijvoorbeeld
mogelijk een piano en strijkers te combineren.
Ook is het
mogelijk met de duo mode functie om het klavier in tweeën te delen zodat je met
twee personen tegelijk kunt spelen. Heel handig voor het spelen samen met een
pianoleraar.
De P45 beschikt
over 2 geïntegreerde 6W luidsprekers en weegt 11,5 kg.
De Yamaha P125 is
Yamaha ’s beste digitale piano in dit prijssegment. Daarom is de P125 een van
de meest populaire digitale piano’s op de markt.
Hij is wel iets
duurder dan de P45, maar de extra kosten zijn het zeker waard.
De P125 heeft 24 geluiden.
MIDI is, net
zoals bij de P45 via een USB-verbinding beschikbaar.
De P125 heeft net
als de P45 88 gewogen toetsen. In plaats van 64-stemmig polyfoon zoals de P45,
is de P125 192-stemmig polyfoon (3 keer zo veel dus)!
Ook beschikt de
P125 net als de P45 over de duo mode functie (zie de P45 voor uitleg hierover).
Op de
AUX-uitgangen is het mogelijk om externe luidsprekers (zoals studio monitoren) aan
te sluiten.
Een extraatje (niet
in de P45 aanwezig) is de “sound booster”. Als je met andere instrumenten samen
speelt, dan kun je je piano een extra ‘boost’ geven om hem beter te laten
uitkomen zodat het pianogeluid niet verloren gaat in het totale bandgeluid.
Heel handig voor liveoptredens dus.
Een andere
handige optie (ook niet op de P45 aanwezig) is de mogelijkheid jezelf op te
nemen. Heel fijn als je piano leert spelen.
De P125 heeft 4
ingebouwde 7W luidsprekers en weegt 11,8 kg.
Een andere geweldige digitale piano voor beginners is de Casio PX-S1000.
De PX-S100 heeft
18 verschillende geluiden, waaronder vleugel, jazz piano, bright piano en
orchestr.
Hij beschikt over
88 gewogen toetsen en heeft een polyfonie van 192 noten.
Het is ook
mogelijk om 2 geluiden zoals bijvoorbeeld piano en strijkers tegelijkertijd te
laten klinken, zoals de dual mode bij Yamaha piano’s.
De duet mode bij
de PX-S1000 is vergelijkbaar met de duo mode bij Yamaha piano’s: je kunt het
klavier in tweeën delen om zo met 2 personen tegelijk te kunnen spelen.
En ook met de
Casio PX-S1000 kan je jezelf opnemen.
Met de USB MIDI
verbinding kan de Casio met de computer worden verbonden.
De PX-S1000 heeft
2 ingebouwde luidsprekers en weegt 11,2 kg.
In de volgende tabel kun je de Yamaha P45, de Yamaha P125 en de Casio PX-S1000 met elkaar vergelijken:
Yamaha P45
Yamaha P125
Casio PX-S1000
Hoogte
15,4 cm
16,6 cm
10,2 cm
Breedte
132,6 cm
132,6 cm
132,2 cm
Diepte
29,5 cm
29,5 cm
23,3 cm
Gewicht
11,5 kg
11,8 kg
11,2 kg
Equalizer
Nee
Ja
Nee
USB-poort
Ja
Ja
Ja
Koptelefoon uitgang
Ja
Ja
Ja
Aantal toetsen
88
88
88
Ingebouwde luidsprekers
Ja
Ja
Ja
Metronoom
Ja
Ja
Ja
Jezelf opnemen
Nee
Ja
Ja
Aantal geluiden
10
24
18
Aanslaggevoelig
Ja
Ja
Ja
Polyfonie
64
192
192
Gewogen toetsen
Ja
Ja
Ja
Aantal koptelefoon aansluitingen
1
2
2
Tweede prijssegment: van 600 € tot ongeveer 1600 €
Casio PX870
Digitale piano’s in dit tweede prijssegment klinken beduidend beter dan de digitale piano’s in het eerste prijssegment, en dat wordt al meteen duidelijk als je het geluid van de Casio PX870 vergelijkt met die van de Casio PX-S1000.
De PX870 klinkt zo
veel meer als een echte piano dan de PX-S1000. Het geluid bezit zoveel meer diepte
en klinkt tegelijkertijd toch helderder. De PX870 heeft ook een veel groter
dynamisch bereik (= het verschil tussen hard en zacht spelen).
Voor een beginner gaat deze digitale piano misschien wel over zijn budget, maar een iets geavanceerdere speler zal zeker zijn geluiden en functionaliteit kunnen waarderen.
De PX870 heeft 19
verschillende geluiden: vleugels, elektronische piano’s, klavecimbel,
strijkers, orgels en een bas.
De functie “hall
simulator” laat de piano klinken alsof je in een concertzaal zit te spelen.
De piano heeft 88
gewogen toetsen en een polyfonie van 256 noten.
Met de ingebouwde
opnamefunctie kun je jezelf opnemen en weer afspelen en een USB aansluiting zorgt
voor een eventuele verbinding met de computer.
Net zoals de PX-S1000 beschikt de PX870 over
een duet mode, waardoor je samen met iemand anders kan spelen door het klavier
in tweeën te delen.
De PX870 heeft 4
ingebouwde krachtige luidsprekers waarmee je op hoog volume kunt spelen zonder
dat dat afdoet aan de klankkwaliteit. Je kunt natuurlijk ook externe
luidsprekers (studio monitoren) op de PX870 aansluiten.
Toegegeven, de Korg SV1 zit wel aan de boven limiet van de prijs in zijn prijssegment, maar het is absoluut een fantastische digitale piano voor wat betreft geluidskwaliteit, design en het aantal geluiden.
De SV1 heeft in
totaal 36 verschillende geluiden (veel meer dan zijn concurrenten in dit
prijssegment), verdeeld over 6 geluidenbanken met ieder 6 geluiden.
De 6
geluidenbanken zijn:
Elektrische
piano 1
Elektrische
piano 2
Clav
Piano
Orgel
Andere
(3 strijkers, koor, 2 blaasinstrumenten)
MIDI-aansluitingen
voor verbinding met de computer zijn mogelijk met USB, maar ook met de
klassieke MIDI IN/OUT-verbindingen.
De 88 gewogen
toetsen samen met de zeer goede klankkwaliteit zorgen ervoor dat de SV1 als een
echte piano aanvoelt. Er is overigens ook een versie beschikbaar met 73
toetsen, dat zou een optie kunnen zijn voor diegenen die vaak optreden.
Met de Korg SV1
heb je de mogelijkheid elk geluid met de ingebouwde equalizer en verschillende
effecten en versterkermodellen te finetunen.
De SV1 heeft geen
ingebouwde luidsprekers, dus je zult gebruik moeten maken van externe
versterking en luidsprekers (bijvoorbeeld studio monitoren), of je moet een
koptelefoon gebruiken.
Aangezien het hier om een hoogwaardige digitale piano gaat, is deze niet alleen voorzien van gewone jack-uitgangen, maar beschikt de SV1 ook over gebalanceerde XLR-uitgangen voor een betere signaaloverdracht.
De versie met 88
toetsen weegt 20,6 kg en de versie met 73 toetsen weegt 17,2 kg.
De laatste digitale piano in dit prijssegment is de Yamaha YDP144 die 10 verschillende geluiden onder de motorkap heeft: vleugels, elektrische piano’s, klavecimbel, vibrafoon, orgels en strijkers.
De YDP144 heeft
88 gewogen toetsen en heeft een polyfonie van 192.
Hij beschikt over
verschillende effecten zoals reverb, chorus, delay en een equalizer.
Ook kun je met de
YDP144 jezelf opnemen en afspelen en je kunt hem via een USB-aansluiting met de
computer verbinden.
Net zoals een
echte piano, speelt de YDP144 iets zwaarder in het lage bereik dan in het hoge
bereik.
De duo mode deelt
het klavier in tweeën (net zoals de andere Yamaha-modellen uit het eerste
prijssegment), zodat je hem met zijn tweeën tegelijk kunt bespelen en de dual
mode laat je 2 verschillende geluiden tegelijkertijd spelen (bijvoorbeeld pinao
en strijkers).
De YDP144 heeft 2
ingebouwde luidsprekers en weegt 38 kg.
In de volgende tabel kun je de Casio PX870, de Korg SV1 en de Yamaha YDP144 met elkaar vergelijken:
Casio PX870
Korg SV1
Yamaha YDP144
Hoogte
80,1 cm
15,7 cm
81,5 cm
Breedte
139,3 cm
135,6 cm
135,7 cm
Diepte
29,9 cm
34,7 cm
42,2 cm
Gewicht
34,3 kg
20,6 kg
38 kg
USB-poort
Ja
Ja
Ja
Koptelefoon uitgang
Ja
Ja
Ja
Aantal toetsen
88
88
88
Ingebouwde luidsprekers
Ja
Nee
Ja
Metronoom
Ja
Nee
Ja
Jezelf opnemen
Ja
Nee
Ja
Aantal geluiden
19
36
10
Aanslaggevoelig
Ja
Ja
Ja
Polyfonie
256
80
192
Gewogen toetsen
Ja
Ja
Ja
Aantal koptelefoon aansluitingen
2
1
2
Derde prijssegment: vanaf ongeveer 1600 €
Roland RD2000
Met de Roland RD2000 digitale piano komen we uiteindelijk in het hoogste prijssegment aan.
De piano’s in dit
prijssegment zijn echt bedoeld voor de geavanceerde en professionele
pianospelers.
De geluiden die
bij piano’s uit dit prijssegment horen zijn van professionele kwaliteit en het
aantal geluiden dat bij dergelijke piano’s geleverd wordt is vaak hoger dan
enkele honderden verschillende geluiden.
De RD2000 heeft
meer dan 1100 geluiden waaronder verschillende soorten vleugels, elektrische
piano’s, orgels, vintage keyboard-geluiden, synthesizers… en kan worden
aangevuld met geluiden die van Rolands website zijn te downloaden.
Met de vele
controllers is het mogelijk elk geluid aan je eigen wensen aan te passen, en je
kunt deze instellingen vervolgens opslaan zodat je deze met een druk op een
knop weer tevoorschijn kunt halen.
De RD2000
beschikt over zeer uitgebreide effecten zoals equalizer, reverb, delay, tremolo,
een rotary-effect voor orgelgeluiden en versterker-simulaties.
De RD2000 heeft
88 gewogen toetsen en een polyfonie van 128 tonen.
De RD2000 kan met
de computer worden verbonden via USB of met een klassieke MIDI
IN/OUT-aansluiting.
De RD2000 heeft
geen ingebouwde luidsprekers, dus zul je of studio monitoren moeten gebruiken,
of een koptelefoon.
Net zoals de SV1
is het mogelijk de RD2000 aan te sluiten via zowel jack-aansluitingen alsook
XLR voor betere signaaloverdracht.
De Nord Electro 6
is een geweldig instrument met de meest prachtige piano-, orgel- en synthesizergeluiden.
De Electro 6 beschikt
over 3 verschillende instrument-secties (piano, orgel en synthesizer) en een
effect-sectie (tremolo, wah, phaser, flanger, chorus, delay, reverb, equalizer,
versterkersimulaties en nog veel meer).
Met de MIDI IN/OUT
en de USB-aansluiting kan de Electro 6 met de computer verbonden worden, om
deze bijvoorbeeld te gebruiken met Digital Audio Workstation (DAW) software.
Er zijn 3 versies
van de Electro 6 beschikbaar:
de
Nord Electro 6 HP (73 gewogen toetsen, 11,4 kg)
de
Nord Electro 6 D73 (73 semi-gewogen toetsen, 9,2 kg)
de
Nord Electro 6 D61 (61 semi-gewogen toetsen, 8,1 kg)
De maximale polyfonie
van de Electro 6 is 120 (piano-sectie).
De piano-sectie
De ‘piano-library’
heeft een geheugen van 1 GB en biedt een heel groot scala aan piano- en
klavecimbelgeluiden. Bovendien is het mogelijk meer geluiden te downloaden via
de website van Nord.
De orgel-sectie
De orgel-sectie bevat
simulaties van onder andere de Farfisa, de Vox en pijporgels en biedt ook een
rotary-luidspreker simulatie.
De synthesizer-sectie
De synthesizer-sectie
bevat een breed scala aan geluiden, waaronder de Mellotron. Met de Nord Sample
Editor kan je elk geluid maken dat je wilt.
Dit is absoluut
een van de beste digitale stage piano’s die er op de markt te verkrijgen zijn.
De Stage 3 bevat 3 instrument-secties (piano, orgel en synthesizer) en een effect-sectie (reverb, delay, compressor en nog veel meer) met instelbare parameters. Met de effect-sectie kun je elk geluid helemaal naar eigen wens aanpassen.
Met behulp van
MIDI IN/OUT of de USB-aansluiting, kun je de Stage 3 met de computer verbinden
om bijvoorbeeld met Digital Audio Workstation (DAW) software te werken.
In vergelijking
met zijn voorganger (de Nord Stage 2), beschikt de Stage 3 over:
2 GB-geheugen
voor de piano’s (in plaats van 1 GB voor de Stage 2).
Naadloze
overgangen bij het veranderen van programma’s/geluiden (handig voor live-situaties)
Polyfonie
van 120 (60 voor de Stage 2)
Er zijn 3 versies
van de Stage 3:
de Nord
Stage 3 HA88 (88 gewogen toetsen, 19 kg)
de
Nord Stage 3 HP76 (76 gewogen toetsen, 12,5 kg)
de Nord
Stage 3 Compact (73 semi-gewogen toetsen, 10 kg)
De piano-sectie
De ‘piano-library’ heeft een geheugen van 2 GB en biedt een heel groot
scala aan geluiden (zoals de Wurlitzer, de Fender Rhodes en meer).Bovendien is
het mogelijk meer geluiden te downloaden via de website van Nord.
De orgel-sectie
De Nord Stage 3 biedt je een Hammond B3-simulatie, rotary-luidsprekersimulatie
en simulaties van pijporgels, de Vox Continental en de Farfisa Compact.
De Stage 3 HA88 en HP76 hebben LED drawbars voor de orgelsectie, terwijl de
Stage 3 Compact echte fysieke drawbars heeft om je orgelgeluiden aan te passen.
De synthesizer-sectie
De nieuwe oscillator-sectie van de Stage 3 biedt 5 categorieën:
Classic, Wave,
Formant, Sample en Super Wave (S-wave).
Met de sampler kun je vooraf opgenomen geluiden afspelen. Ook kun je van Nord’s
website (of andere websites) samples downloaden en je kunt bovendien je eigen
samples inladen (met speciale software op je computer).
Als je een digitale piano zonder ingebouwde luidsprekers koopt, dan heb je
externe luidsprekers met versterking nodig (of je moet genoegen nemen over een
koptelefoon te spelen). Voor thuisgebruik is het dan aan te raden om studio
monitoren te gebruiken. Dit zijn luidsprekers met ingebouwde versterkers die
normaal gesproken in geluidsstudio’s gebruikt worden.
Houd er rekening mee dat die monitoren niet voldoende geluidsvolume
produceren voor liveoptredens, ze zijn voor thuisgebruik (of in de geluidsstudio).
Ik heb hieronder een keuze gemaakt van 2 goede en betaalbare studio
monitors die perfect geschikt zijn voor digitale piano’s:
PRESONUS ERIS E4.5
Betaalbare solide monitors met een goed geluid. De linker luidspreker dient als versterker voor beide luidsprekers. 2×25 W class AB versterker. Frequentierespons: 70 Hz – 20 kHz 100 dB max peak SPL Ingangen: – Ongebalanceerde stereo mini-jack 3,5 mm – Ongebalanceerde RCA – Gebalanceerde ¼ “ TRS Afmetingen: 180mm x 163 mm x 241 mm Gewicht: 5,9 kg
KRK RP5 G4
Iets duurder dan de PreSonus, maar wel met een betere geluidskwaliteit. Elke luidspreker bezit zijn eigen ingebouwde versterker. 2x55W class AB versterker Frequentierespons: 43 Hz-40 kHz 104 dB max peak SPL Ingangen : – Gebalanceerde ¼ “ TRS – Gebalanceerde XLR Afmetingen: 258 mm x 190 mm x 241 mm Gewicht: 4,9 kg
Synthesizers zijn
elektronische instrumenten die elektrische signalen produceren en combineren
die voor het definitieve geluid zorgen. Vroeger waren synthesizers analoge
instrumenten die de uitgangen van verschillende analoge oscillators
combineerden tot een uiteindelijk geluid.
Op die manier
werden geheel nieuwe geluiden gecreëerd die volledig anders waren dan die van oorspronkelijke
muziekinstrumenten zoals de piano, orgel of om het eender welk ander
instrument.
Tegenwoordig
worden digitale synthesizers gebruikt die de oude analoge synthesizers met
grote precisie kunnen nabootsen. Bovendien bieden huidige synthesizers vaak
geluidssamples van piano’s, orgels, strijkers en meer aan.
Meestal worden
synthesizers bespeeld met een geïntegreerd klavier, maar je kunt ze ook besturen
via MIDI of USB met een sequencer zoals een MIDI-keyboard, wind controllers,
elektronische drums, een gitaarsynthesizer, enzovoort.
Je kunt zelfs een
synthesizer zonder klavier hebben in de vorm van een geluidenmodule. In dat
geval heb je dus een MIDI-keyboard of een van de andere hierboven genoemde
controllers nodig.
Als je piano wilt
leren spelen, is een synthesizer zeker niet je eerste keuze! Een synthesizer is
eerder voor diegenen die graag experimenteren met verschillende geluiden, om
die vervolgens in een band of in een (home) studio te gebruiken.
Workstations/Arranger
Een workstation
is een synthesizer met heel veel geluiden aan boord, gecombineerd met een sequencer.
Je zou een workstation kunnen zien als een synthesizer met een ingebouwde volledige opnamestudio.
Met de ingebouwde opnamestudio kun je een hele band creëren: je schrijft de drum-, bas-, gitaar- en pianopartijen uit en de workstation speelt alle instrumenten tegelijk af en je kunt dus je eigen creatie afluisteren terwijl die door een volledige band gespeeld wordt.
Je kunt er zelfs
audio over opnemen, dus je kunt zang of akoestische instrumenten toevoegen.
Workstations beschikken gewoonlijk over een interne harde schijf om je producties op te nemen en worden ook vaak geleverd met een CD-brander om je werk direct op een CD te kunnen branden.
Een workstation
kun je dus gebruiken voor het componeren, opnemen en uitbrengen van muziek.
Merk op dat je
precies hetzelfde kunt bereiken door een gewone synthesizer, een digitale piano
of een MIDI-keyboard via een MIDI- of USB-aansluiting op een computer aan te
sluiten. Tezamen met sequencing software (ook DAW-software genoemd (Digital Audio
Software)) die op de computer geïnstalleerd is, heb je precies dezelfde
functionaliteit als met een workstation.
Een arranger is
een soort workstation die een hele band voor jou creëert. Je voert eenvoudig
een akkoordenschema en een stijl (rock, jazz…) in en je kunt vervolgens erover
meespelen. Dit is een ideale situatie voor one-man bands die een hele band
nodig hebben om ze te begeleiden.
MIDI-keyboards
Een MIDI-keyboard
produceert van zichzelf helemaal geen geluid. Ze worden gebruikt om apparaten
die geluid produceren (zoals synthesizers, digitale piano’s, workstations,
computers met software synthesizers en/of DAW-software en geluidenmodules die
geen ingebouwd klavier hebben) aan te sturen.
De gegevensoverdracht
van MIDI-keyboard naar het apparaat dat geluid produceert, gebeurt via een MIDI-
of USB-verbinding.
Als je
bijvoorbeeld een goede geluidenmodule hebt, of je wilt een software synthesizer
gebruiken, dan is een MIDI-keyboard een prima optie.
De betere
MIDI-keyboards hebben ook gewogen toetsen.
Weet dat de meeste digitale piano’s, synthesizers en workstations ook gewoon als MIDI-keyboard kunnen fungeren. In dat geval gebruik je dus niet de interne geluiden van je keyboard, maar die van een externe geluidsbron zoals een geluidenmodule, een software synthesizer of een ander keyboard of digitale piano.
Belangrijke accessoires
Pianokruk
Kies een goede
pianokruk die verstelbaar is in hoogte.
Sustainpedaal
Als het
sustainpedaal wordt ingedrukt, dan zal iedere noot die op de piano gespeeld
wordt doorklinken totdat deze op een natuurlijke wijze uitsterft of totdat het
sustainpedaal wordt losgelaten (let op: sommige orgelgeluiden sterven nooit
uit, maar blijven altijd doorklinken zolang de toets of het sustainpedaal ingedrukt
blijft).
Metronoom
Een metronoom
produceert klikken op regelmatige tijdsintervallen. Je kunt het aantal ‘beats
(klikken) per minut (bpm) instellen.
Je hebt een
metronoom zeker nodig om te oefenen op de piano. Het zorgt ervoor dat je een
regelmatig ritme aanhoudt, dat je niet versnelt of vertraagt.
Tegenwoordig heb je digitale metronomen die een digitaal klikje of bliepje produceren. Ze zijn over het algemeen niet duur, maar eerlijk gezegd kun je gewoon een gratis metronoom downloaden op je telefoon die prima geschikt is.
De meeste digitale piano’s uit het eerste prijssegment en een enkele digitale piano uit het tweede prijssegment hebben al een ingebouwde metronoom aan boord.
Koptelefoon
Met een
koptelefoon kun je ook ’s nachts op je digitale piano spelen zonder je buren te
storen.
Muziekstandaard
Je hebt een
muziekstandaard nodig om je bladmuziek of lead sheets op te kunnen zetten. Op
sommige keyboards zit er al een, maar zo niet: don’t worry, be happy, ze zijn
niet zo heel duur.
Keyboardstandaard
Je kunt je keyboard/digitale piano natuurlijk op een tafel(tje) zetten, maar je tafel(tje) zal waarschijnlijk niet de ideale hoogte hebben. Het is natuurlijk beter om een keyboardstandaard te hebben (die in hoogte verstelbaar is). Ze zijn meestal niet zo duur en bestaan in allerlei maten en kleuren.
Als je een
console model piano hebt, dan heb je natuurlijk ook geen standaard nodig.
Begrippenlijst
Aftertouch
De meeste elektronische keyboards/digitale piano’s reageren op de druk die wordt uitgeoefend na het indrukken van de toets. Dit wordt aftertouch genoemd. Met aftertouch kun je bijvoorbeeld vibrato, volume of andere parameters besturen.
MIDI
MIDI (Musical
Instrument Digital Interface) is een communicatieprotocol dat gebruikt wordt om
informatie over geluid tussen een zendapparaat (bijvoorbeeld een MIDI-keyboard)
en een ontvangapparaat (bijvoorbeeld een geluidenmodule) te versturen.
Deze informatie bevat
niet het geluid zelf, maar informatie over welke noot gespeeld wordt, hoe lang
die noot wordt gespeeld, met welk volume, welk instrument, en dergelijke.
Multitimbraal
Een keyboard dat multitimbraal is, kan verschillende instrumenten tegelijkertijd laten klinken.
Met een
multitimbraal keyboard zou je dus een hele band met verschillende instrumenten
kunnen afspelen.
Als een keyboard
bijvoorbeeld 16 kanalen multitimbraal is, dan kan dat keyboard 16 verschillende
instrumenten tegelijkertijd afspelen (over 16 verschillende MIDI-kanalen).
Polyfonie
Polyfonie
refereert aan het maximale aantal noten dat een keyboard of geluidenmodule
tegelijk kan afspelen. Je zou misschien verwachten dat een polyfonie van 10
voldoende zou moeten zijn, aangezien we maar 10 vingers hebben. Maar als je het
sustainpedaal gebruikt, dan overschrijd je al heel snel deze limiet. Als je
verschillende instrumenten tegelijk speelt (bijvoorbeeld via MIDI), dan gaat
het ook heel snel met het aantal noten.
Moderne keyboards
hebben een polyfonie van 128, 192 of soms wel 256 noten.
Sequencer
Een sequencer is
een programmeerbaar apparaat dat noten, akkoorden en ritmes kan afspelen die
via MIDI overdragen kunnen worden naar een keyboard of een geluidenmodule. Een
sequencer kan een fysiek hardware apparaat zijn, maar ook een computerprogramma
(DAW-software).
Aanslaggevoeligheid
Een keyboard/digitale piano met aanslaggevoelige toetsen reageert op de snelheid waarmee een toets wordt ingedrukt. Een hogere snelheid resulteert in een luidere noot. Dit bootst de akoestische piano na waarin de snelheid waarmee je een toets aanslaat bepaalt hoe snel de hamer tegen de pianosnaren slaat wat op zijn beurt weer het volume van de noot bepaalt.
Behalve heel goedkope speelgoedpiano’s zijn vrijwel alle moderne keyboards/digitale piano’s aanslaggevoelig.
Je kunt deze les als een video bekijken (hieronder), maar je kunt deze les onder de video ook gewoon lezen.
Voor de interactieve oefeningen die bij deze les horen, scroll helemaal naar beneden op deze pagina.
Hoe kun je ‘zwarte toets-noten’ (dus de noten met mollen en kruizen) in een notenbalk noteren?
Wat is een toonsoort? En wat zijn voortekens?
Je leert het allemaal in deze les.
Kruizen en mollen
Een noot met een kruis kan heel eenvoudig in een notenbalk worden opgeschreven door een kruis vlak voor de noot in de notenbalk weer te geven. Het midden van het kruis staat dan op dezelfde hoogte als de noot.
Dit is bijvoorbeeld een Fis (F#):
En dit is een Dis (D#):
En voor een noot met een mol schrijf je eenvoudigweg een molteken vlak voor de noot in de notenbalk.
Dit is een Ges (Gb):
En dit is een Es (Eb):
Het kruis- of molteken is alleen geldig in de maat waarin deze geplaatst is (en pas vanaf het moment dat deze gebruikt wordt). Na een maatstreep verliest het kruis- of molteken zijn geldigheid.
Zo zijn de noten in de eerste maat van het volgende voorbeeld:
Fis G A Fis
Maar de noten in de tweede maat zijn gewoon weer:
F G A F
Het kruisteken in de eerste maat is dus alleen geldig in die maat, niet meer in de volgende maat.
Maar stel nou dat ik in de eerste maat de noten:
Fis G A F
had gewild? Hoe moet je dat dan opschrijven?
Daarvoor hebben we het herstellingsteken. Het herstellingsteken annuleert een eerder in de maat gebruikt kruis- of molteken.
Dus, wil je in de eerste maat de noten:
Fis G A F,
dan kun je dat als volgt weergeven:
Dezelfde regels gelden ook wanneer je een molteken gebruikt:
Een molteken is geldig vanaf het moment dat het gebruikt wordt tot het einde van de maat.
Je kunt een molteken annuleren met het herstellingsteken.
Toonsoort
Kijk eens naar de volgende melodie (de eerste lijn van “Roodborstje tikt tegen het raam”), die in dit geval in F majeur wordt gespeeld:
Je kunt dus verwachten dat de Bes in de rest van de melodie nog wel een aantal keer zal voorkomen, aangezien het nummer immers in F majeur staat.
En dat is inderdaad het geval. Kijk maar eens naar de volgende lijn in het stuk:
Als ik de hele melodie van “Roodborstje tikt tegen het raam” zou weergeven, dan zou je zien dat er nog veel meer Bes’en in voorkomen.
Zou het niet veel eenvoudiger zijn om in het begin van de notenbalk aan te kunnen geven dat elke B eigenlijk een Bes is? Dan hoeven we niet elke keer het molteken weer te geven.
Wel, dat is precies wat we normaal gesproken ook doen: we schrijven het molteken op de plaats van de B-lijn in het begin van de notenbalk tussen de sleutel (G-sleutel of F-sleutel) en de maatsoort in.
Je kunt dus nu de muziek voor “Roodborstje tikt tegen het raam” als volgt opschrijven (de eerste 2 lijnen):
Het molteken dat tussen de sleutel en de maatsoort wordt geplaatst geldt dus voor het hele nummer!
Merk op dat niet alleen de B’s op de derde lijn van de notenbalk een Bes worden, maar alle B’s. De volgende noot is dus ook een Bes:
Kruis- en moltekens die tussen de sleutel en de maatsoort staan, geven aan in welke toonsoort een nummer staat.
In de bovenstaande voorbeelden (één molteken zodat een B een Bes wordt) is de toonsoort F majeur.
Maar pas op! Er is nog een andere toonsoort die ook alleen de Bes als zwarte toest-noot in de toonladder heeft.
De parallelle mineur van F majeur is D mineur. De D mineur toonladder heeft ook alleen de Bes als zwarte toets-noot.
Een muziekstuk dat als volgt begint kan dus in de toonsoort F majeur of D mineur staan:
Voortekens
De kruizen of mollen die tussen de sleutel en de maatsoort worden geplaatst worden voortekens genoemd.
Elke toonsoort heeft dus zijn eigen voortekens.
Zo heeft muziek die in de toonsoort G majeur staat (en dus als zwarte toets-noot Fis bevat) het volgende voorteken:
Merk op dat hetzelfde voorteken ook voor de parallelle mineur van G majeur wordt gebruikt, dit is dus E mineur.
Opmerking: Een herstellingsteken kan ook een voorteken annuleren. Dit geldt dan alleen vanaf het moment dat het herstellingsteken gebruikt wordt tot het einde van de maat waarin het herstellingsteken voorkomt. Dit wordt in het volgende voorbeeld geïllustreerd:
Andere toonsoorten
In een kwintencirkel kun je heel mooi en overzichtelijk alle toonsoorten (majeur en mineur) met hun voortekens weergeven:
De volgende oefeningen zijn uitstekend om toonsoorten en voortekens onder de knie te krijgen.
Deze oefeningen zijn ook afsluitende oefeningen om noten te leren lezen. Je oefent hier dus niet alleen toonsoorten en voortekens, maar ook andere zaken die met muzieknoten lezen te maken hebben, dus bijvoorbeeld: G-sleutel en F-sleutel, ritme-oefeningen, rusten, … enzoverder.
Je kunt deze les als een video bekijken (hieronder), maar je kunt deze les onder de video ook gewoon lezen.
De muzieknoten op een notenbalk worden onderverdeeld in maten.
Hoeveel tellen gaan er in een maat? Dat hangt van de maatsoort af, zoals je in deze les zult ontdekken.
Hoeveel noten passen er in 1 maat?
Je hoort vaak muzikanten als volgt aftellen voordat ze beginnen te spelen: 1 – 2 – 3 – 4!
Wat ze doen, is eigenlijk het aantal tellen in één maat aftellen, 4 dus.
Je zou zelfs gedurende het hele nummer “1 – 2 – 3 – 4 , 1- 2 – 3 – 4…” kunnen blijven doortellen (als tenminste de maatsoort niet verandert tijdens het nummer).
De meeste muziek bestaat uit 4 tellen per maat (maar dus niet alle muziek).
Een ander veel voorkomend aantal tellen in één maat is 3 tellen per maat. Een voorbeeld hiervan is een wals.
Deze 2 zijn de 2 meest voorkomende aantal tellen per maat, maar andere aantallen komen ook voor.
Maatsoort: vierkwartsmaat
Zoals ik al zei: de meeste muziek is geschreven in vierkwartsmaat.
In een nummer dat in vierkwartsmaat staat, zijn er 4 tellen in elke maat. Hopelijk herinner je je dat elke tel overeenkomt met een kwart noot (meestal, in ieder geval wel in vierkwartsmaat). In elke maat passen dus 4 kwart noten, vandaar dat de naam van deze maatsoort “vierkwartsmaat” is.
Om aan te geven dat een stuk in vierkwartsmaat is, schrijven we vlak na de sleutel (G sleutel of F sleutel) het volgende symbool:
Het symbool lijkt veel op de rekenkundige vier kwart ( 4⁄4 ), alleen wordt de breukstreep niet geschreven.
Je kunt het symbool als volgt ontleden: de onderste 4 (de kwart) geeft aan welke noot (de kwart noot) overeenkomt met een tel. De bovenste 4 geeft aan dat er 4 van zulke noten (4 kwart noten dus) in één maat zitten.
Aangezien de vierkwartsmaat zoveel voorkomt, wordt er vaak ook een ander symbool gebruikt:
Natuurlijk betekent “4 kwart noten per maat” niet dat er alleen maar kwart noten in de maat zitten. Het betekent dat de totale duur van alle nootwaarden in de maat precies 4 tellen is (en waarbij een tel een tijdsduur heeft die overeenkomt met een kwart noot).
Een maat kan bijvoorbeeld bestaan uit een hele noot, of uit 2 halve noten, of uit een halve noot en 2 kwart noten. Een maat kan bestaan uit 8 achtste noten, of uit 4 achtste noten en 2 kwart noten, enzoverder, zolang de totale tijdsduur maar 4 tellen is.
Voorbeeld
In het volgende voorbeeld zie je de eerste 2 maten van een liedje (roodborstje tikt tegen het raam) in vierkwartsmaat. Je ziet dat de maten worden gescheiden door verticale lijnen. Onder de notenbalk staat aangegeven met hoeveel tellen een noot (of een groepje noten) overeenkomt. Als je alle tellen in één maat bij elkaar optelt, dan kom je steeds op 4 tellen uit.
Kijk en luister naar het voorbeeld en probeer mee te tellen (dus: 1 – 2 – 3 – 4 , 1 – 2 – 3 – 4 …). Probeer daarbij te bepalen welke noten in de notenbalk precies op tel 1, tel 2, … enzoverder vallen.
De metronoom start met 4 tellen vooraf.
Als je het goed hebt gedaan zou je op het volgende moeten uitkomen:
Maatsoort: driekwartsmaat
In muziek in driekwartsmaat zijn er 3 kwart noten per maat. Elke kwart noot komt overeen met een tel.
Natuurlijk zijn ook hier weer combinaties van nootduren mogelijk die samen 3 tellen opleveren, zoals bijvoorbeeld: 6 achtste noten, of bijvoorbeeld 2 kwart noten en 2 achtste noten, enzoverder.
Het symbool dat na de sleutel in de notenbalk wordt geplaatst bij muziek in driekwartsmaat is als volgt:
Voorbeeld
Als voorbeeld volgen hier de eerste paar maten van het nummer “Amazing Grace”, dat een nummer in driekwartsmaat is.
Als je goed kijkt, zal je snel opvallen dat er iets vreemds aan de hand is: in de eerste maat staat er slechts één enkele kwart noot! In de andere maten klopt het aantal tellen wel: 3 per maat.
Dit gebeurt wel vaker aan het begin van muziek. De eerste maat is dan onvolledig (in dit geval bestaat de eerste maat uit alleen maar de laatste tel, tel 3, van een volledige maat). Dit wordt een ‘opmaat’ genoemd, of meer officieel: een ‘anacrouse’. Een opmaat kan ook uit een achtste noot of een ander aantal tellen bestaan.
Kijk en luister naar “Amazing Grace”, een nummer in driekwartsmaat. Normaal gesproken zou ik de metronoom tot 3 laten tellen voor een stuk in driekwartsmaat, maar in dit geval neem ik ook nog de 2 ontbrekende tellen van de opmaat mee, dus je hoort de metronoom tot 5 tellen: 1 – 2 – 3 , 1 – 2 … en dan begint op tel 3 de eerste noot G van “Amazing Grace”.
Probeer goed mee te tellen tijdens het luisteren (dus nu: 1 – 2 – 3 , 1 – 2 – 3 … enzoverder). Je kunt meteen beginnen te tellen als de metronoom begint.
Andere maatsoorten
Er zijn nog vele andere (soms zeer exotische) maatsoorten, zoals bijvoorbeeld 11 achtsten (11 achtste noten in één maat, waarbij een achtste noot één tel is). Ik ga het nu niet over die complexe maatsoorten hebben, maar laat me je in ieder geval nog 2 maatsoorten tonen die je toch ook wel af en toe tegenkomt.
Maatsoort: 6 achtste maat
In een 6 achtste maatsoort zijn er 6 achtste noten in één maat. Elke achtste noot is één tel, en daarvan zijn er 6 in één maat, dus in totaal 6 tellen per maat.
Een voorbeeld van een liedje in 6 achtste maat is “Norwegian Wood” van de Beatles. Hieronder volgt de eerste lijn van Norwegian Wood (in notenschrift en geluidsfragment):
Misschien vraag je je af wat het verschil is tussen een driekwartsmaat en een 6 achtste maat. Je kunt namelijk in een muziekstuk in driekwartsmaat ook 6 achtste noten hebben, die zijn opgeteld namelijk ook precies drie kwart noten.
Het verschil ligt hem in het feit welke noten meer de nadruk krijgen.
Als je een muziekstuk hebt in driekwartsmaat waar in een bepaalde maat 6 achtste noten voorkomen, dan zou je als volgt kunnen tellen: 1 – en – 2 – en – 3 – en . De nadruk zal dan liggen op tel 1, 2 en 3. Je hebt hier dus eigenlijk 3 groepjes van 2 noten en zou dit als volgt moeten tellen: 1 – en – 2 – en – 3 – en …
In een muziekstuk in 6 achtste maat zal je eerder zo tellen: 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 .
De nadruk ligt hier op de tellen 1 en 4. Je hebt hier dus eigenlijk 2 groepjes van 3 noten en zou dit als volgt moeten tellen: 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6…
Maatsoort: Vijfkwartsmaat
Eén van de meest bekende stukken in vijfkwartsmaat is “Take Five” van Dave Brubeck. Hoeveel tellen gaan er in één maat in een muziekstuk in vijfkwartsmaat? Nou, 5 natuurlijk: 5 kwart noten.
Hieronder kun je naar “Take Five” luisteren. Kijk of het je lukt om mee te tellen met de muziek (1 – 2 – 3 – 4 – 5 , 1 – 2 – 3 – 4 – 5 …). De nadruk ligt op de tellen 1 en 4, dus: 1 – 2 – 3 – 4 – 5 , 1 – 2 – 3 – 4 – 5 …:
Je kunt deze les als een video bekijken (hieronder), maar je kunt deze les onder de video ook gewoon lezen. Voor de interactieve oefeningen die bij deze les horen, scroll helemaal naar beneden op deze pagina.
Als je mijn les over de G sleutel hebt gelezen, dan weet je hoe je de noten op een notenbalk met een G sleutel kunt vinden. En misschien herinner je je dat we ezelsbruggetjes hadden om de plaatsen van die noten te onthouden?
Om snel de noten op een notenbalk met een F sleutel te leren, hebben we voor je ook een ezelsbruggetje. Lees snel verder om alles over de F sleutel te leren, de notenbalk voor de linkerhand.
De F sleutel wordt het meest gebruikt voor noten vanaf de centrale C en lager. Dit is dus hoofdzakelijk voor de linkerhand. Dit is echter geen vaste regel. Je kunt noten weergeven op een notenbalk met een F sleutel die hoger zijn dan de centrale C. En soms worden noten op een notenbalk met F sleutel gespeeld met de rechterhand.
Op een notenbalk met een F sleutel staat in het begin van de notenbalk het volgende symbool:
Op de volgende notenbalk zie je de noten die op en tussen de lijnen worden weergegeven:
De hoogste noot op de bovenste lijn is de A die vlak onder de centrale C ligt op het pianoklavier (een kleine terts onder de centrale C).
En hier is de ezelsbrug die je in het begin kan helpen om snel de noten te vinden op een notenbalk met een F sleutel (deze is voor de noten die op de lijnen van de notenbalk liggen):
Gisteren Begonnen De Feest Avonden
Of je kunt er zelf één bedenken, bijvoorbeeld (pas op, deze is voor de noten tussen de lijnen):
Alle Cowboys Eten Graag
Noten die buiten de notenbalk vallen
Net zoals bij de G sleutel, kun je bij de F sleutel ook noten weergeven die buiten de 5 lijnen van de notenbalk vallen. Als je je niet meer herinnert hoe dat in zijn werk gaat, kijk dan even terug naar de les over de G sleutel.
Kun jij zien welke noot hier weergegeven wordt?
Het is een (heel lage) B.
En deze?
Wel, dat is eigenlijk een heel belangrijke noot om te onthouden: dat is namelijk de centrale C !
De centrale C bevindt zich op het eerste hulplijntje boven de notenbalk. Bij de G sleutel is het juist het eerste hulplijntje onder de notenbalk.
F sleutel en G sleutel tezamen
In bladmuziek voor piano vind je meestal beide sleutels boven elkaar weergegeven, de bovenste voor de rechterhand en de onderste voor de linkerhand, zoals bijvoorbeeld in de volgende figuur:
Zoals altijd is het belangrijk om veel te oefenen zodat je snel leert waar de noten zich op de notenbalk bevinden. Je kunt natuurlijk één van de ezelsbruggetjes gebruiken, maar die zijn eigenlijk alleen voor het begin. Als je tijdens het maken van muziek van notenbalken moet lezen, heb je natuurlijk geen tijd om elke keer de ezelsbruggetjes toe te passen: je moet meteen zien welke noot wordt weergegeven.
De onderstaande interactieve oefening is uitstekend om snel en effectief de noten op een notenbalk met F sleutel te leren.
Je kunt deze les als een video bekijken (hieronder), maar je kunt deze les onder de video ook gewoon lezen.
Voor de interactieve oefeningen die bij deze les horen, scroll helemaal naar beneden op deze pagina.
Muziek bestaat over het algemeen niet uit een aaneenschakeling van alleen maar noten. Muziek heeft af en toe ook rusten nodig. Hoe schrijven we die op?
Hele rust, halve rust, kwart rust
Zoals noten een tijdsduur hebben, kunnen ook rusten een tijdsduur hebben: er zijn korte en lange rusten.
De equivalenten van hele noot, halve noot en kwart noot zijn hele rust, halve rust en kwart rust.
Hele rust
De hele rust heeft, net als de hele noot, een duur van 4 tellen.
Je kunt een hele rust in een notenbalk als volgt noteren:
Halve rust
De halve rust heeft, net als de halve noot, een duur van 2 tellen.
Je kunt een halve rust in een notenbalk als volgt noteren:
Kwart rust
En, zoals je waarschijnlijk al vermoedde, heeft de kwart rust een duur van 1 tel (net zoals een kwart noot).
Hier zie je een kwart rust in een notenbalk:
Achtste rust, zestiende rust en meer
De achtste rust, met een duur van een halve tel, kun je als volgt noteren:
Voor kortere rusten dan de achtste rust kunnen we, net zoals we dat bij de nootduur deden, vlaggetjes toevoegen.
Dit is bijvoorbeeld de zestiende rust (met een duur van een kwart tel):
En door meer vlaggen toe te voegen, kun je de tijdsduur van de rust nog korter maken.
Hieronder zie je de 32ste en 64ste rust (met tijdsduren van respectievelijk één achtste en één zestiende tel). Zulke korte rusten kom je niet erg vaak tegen.
Voorbeelden
Om je een idee te geven van de rusten in een notenbalk, kijk en luister naar de volgende voorbeelden.
Alle geluidsfragmenten beginnen met 4 tellen van de metronoom voordat de muziek begint te spelen.
De voorbeelden beginnen makkelijk en worden steeds een beetje moeilijker.
Het eerste voorbeeld gebruikt hele rusten en noten en halve rusten en noten:
Het 2de voorbeeld bevat ook halve en kwart rusten en noten:
En nu met ook achtste rusten en noten:
OK, tot nu toe gebruikte ik steeds de noot C. Laat ik vanaf nu ook de toonhoogte variëren.
Ik begin weer makkelijk: eerst met halve en kwart noten en rusten, nu dus echter wel met verschillende toonhoogtes. Probeer tijdens het luisteren naar de geluidsfragmenten niet alleen naar tijdsduren van noten en rusten te kijken, maar ook naar de toonhoogte.
De voorbeelden hieronder worden ook weer steeds iets moeilijker.
Voorbeeld 1:
(halve en kwart rusten en noten)
Voorbeeld 2:
(nu ook achtste rusten en noten)
Voorbeeld 3:
(Nu met noten die niet precies op de tel vallen)
Het laatste voorbeeld is misschien wat lastiger te volgen, omdat niet alle noten precies gelijk met een tel beginnen, maar tussen 2 tellen in.
Je zou dit kunnen oplossen door een tel (dus een klik van de metronoom) in tweeën te delen. Dit kun je doen door bijvoorbeeld bij elke tel met je hand op je knie te slaan. In het midden tussen 2 tellen is je hand dan omhoog. Een noot die precies tussen 2 tellen valt, wordt dan dus gespeeld op het moment dat je hand de hoogste stand bereikt.
De volgende interactieve oefening zal je zeker helpen om beter te worden in het herkennen van en werken met noot- en rustduur.
Je kunt deze les als een video bekijken (hieronder), maar je kunt deze les onder de video ook gewoon lezen.
Voor de interactieve oefeningen die bij deze les horen, scroll helemaal naar beneden op deze pagina.
Nootduur (ook: nootwaarde) is belangrijk in muziek: een noot kan lang duren, kort duren of iets tussen kort en lang in.
Je kunt de duur van een noot meten in het aantal tellen dat een noot duurt, of in gedeelten van tellen (bijvoorbeeld een halve of kwart tel).
Maar, wat bedoelen we nu eigenlijk met een tel?
Als je met muziek meeklapt, gebeurt dat in de meeste gevallen op elke tel. Dit is misschien niet altijd en niet voor alle muziek het geval, maar voorlopig is dit genoeg om mee verder te werken bij de uitleg van nootduur.
Notatie van nootduur in de notenbalk
Hele noot, halve noot en kwart noot
De 3 meest fundamentele nootwaarden zijn de hele noot, de halve noot en de kwart noot.
Een hele noot duurt 4 tellen. Op een notenbalk kun je een hele noot weergeven door een open bolletje:
Een halve noot duurt 2 tellen. Er gaan dus 2 halve noten in één hele noot. Op een notenbalk kun je een halve noot weergeven door een open bolletje met een stokje eraan:
Een kwart noot duurt 1 tel. Er gaan dus 2 kwart noten in een halve noot, of 4 kwart noten in een hele noot. Op een notenbalk kun je een kwart noot weergeven door een dicht bolletje met een stokje eraan:
Om je een idee te geven van hoe dat allemaal werkt, heb ik hieronder een notenbalk weergegeven met een hele noot, een halve noot en 2 kwart noten (alle noten zijn een C, maar dat is nu niet zo belangrijk, het gaat nu even om nootduur en niet om de hoogte van een noot).
Meteen onder de notenbalk kun je luisteren hoe het klinkt.
In het geluidsfragment speelt een metronoom mee: deze laat bij elke tel een klik horen. Op deze manier kun je meetellen terwijl je het afspeelt.
Voordat de noten klinken, geeft de metronoom 4 klikken vooraf (dat wordt vaak in muziek gedaan).
De stok van een noot (de verticale lijn die een noot vastzit) kan omhoog staan (zoals in ons vorige voorbeeld), maar ook naar beneden staan.
Over het algemeen is de stok naar boven gericht voor noten die op de onderste helft van de notenbalk zitten, en omlaag gericht voor noten op de bovenste helft van de notenbalk.
Achtste noot en zestiende noot
Een achtste noot is de helft van een kwart noot. Er passen dus 2 achtste noten in een kwart noot, 4 achtste noten in een halve noot en 8 achtste noten in een hele noot.
De nootduur van een achtste noot is een halve tel.
Een achtste noot kun je opschrijven door een dicht bolletje met stok en een vlaggetje:
Een zestiende noot is weer de helft van een achtste noot en duurt dus een kwart tel (dus in één tel gaan 4 zestiende noten). Je kunt een zestiende noot noteren met een extra vlaggetje:
Als 2 of meer achtste of zestiende noten na elkaar worden gespeeld, dan kun je ze met elkaar verbinden en dus als volgt noteren:
Combinaties van achtste en zestiende noten zijn ook mogelijk:
Het lezen van achtste en zestiende noten is lastiger dan hele, halve en kwart noten, omdat het sneller gaat. Je moet dus goed ‘op je tellen passen’!
Kijk en luister naar het volgende voorbeeld. Tel mee met de metronoom en merk hoe er 2 achtste noten in één tel gaan en hoe er 4 zestiende noten in één tel gaan. De metronoom begint weer met 4 tellen voordat de noten beginnen te spelen.
Andere nootduren
Door extra vlaggtjes toe te voegen, kun je nog kortere nootduren maken: een tweeëndertigste noot (8 in één tel), een vierenzestigste noot (16 in één tel), enzovoort:
Je kunt een noot anderhalf keer zo lang maken door er een puntje achter te zetten:
1 + ½ = 1 ½ tel:
2 + 1 = 3 tellen:
½ + ¼ = ¾ tel:
Opmerking: Een ¾ tel-noot die door een zestiende noot (dus ¼ tel) wordt gevolgd, kun je als volgt opschrijven:
Samen duren die 2 noten dus precies 1 tel.
Kijk en luister maar eens naar het volgende voorbeeld. Zoals gewoonlijk begint de metronoom met 4 tellen.
En als je nu eens een noot wilt die 2 ½ tel duurt? Hoe moet je die opschrijven?
Je kunt dit doen door een halve noot (2 tellen) en een achtste noot ( ½ tel) met elkaar te verbinden:
Je kunt de opgedane kennis in deze les oefenen met de onderstaande interactieve oefeningen. De eerste oefening is nog niet zo moeilijk, de tweede iets lastiger (doe ze daarom in de aangegeven volgorde).
We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website zo soepel mogelijk draait. Als je doorgaat met het gebruiken van de website, gaan we er vanuit dat je ermee instemt.Ok